Ben ik nu wel of geen allochtoon? Ik begin in de war te raken, want het wil nog wel eens verschuiven of je erbij hoort of niet. En dat van beide kanten, bedenk ik me net.
Dus, ik sla er eens iets op na en zie dat de Van Dale – het enige Nederlandse woordenboek dat ik serieus neem, omdat ik daar nu eenmaal een vermogen aan heb uitgegeven – twee definities hanteert, namelijk 1: van elders aangevoerd of afkomstig, niet-inheems, vreemd, en 2: niet-oorspronkelijke bewoner (m.n. gebruikt als aanduiding voor personen met een niet-blanke huidskleur, die zelf – of van wie de ouders – in het buitenland geboren zijn, bv. buitenlandse werknemers).
So far so good. Maar nu kijk ik eens naar mijzelf en mijn gezin. Wat zie ik? Een vader des huizes – ik dus – die uit de tweede generatie immigranten uit Noord-Italië komt. Ofwel, ik ben hier geboren maar bi-cultureel getogen – maar dat dan wel hier in Nederland. Dan is daar moeder de vrouw die in Antwerpen geboren en van Duitse origine – uit twee Duitsstammende ouders – is en in Zuid-Afrika (Engelstalig) is groot geworden. Dan heb ik onze eerste zoon, die in Kaapstad ter wereld kwam, de nationaliteitspapieren van Zuid-Afrika, zijn moeder (Duits) én die van mij (Nederlands) heeft. Hij breekt het record bij ons thuis met drie nationaliteiten. En dan trekt onze jongste zoon bijna aan het kortste eind door zowel in Nederland geboren als getogen te zijn uit een half-Nederlandse vader. Hij heeft dan wel twee nationaliteiten – namelijk de Duitse en de Nederlandse – maar lijkt voornamelijk Hollands te zijn. Wat papieren betreft ben ik zelf de grote verliezer met maar één paspoort en dat is het Nederlandse, dat ik op mijn 20e kreeg.
Dus, wie is er nu gecertificeerd allochtoon in mijn gezin? Waarschijnlijk zijn we dat allemaal, maar zeker weten doe ik het niet. En als ik de geluiden in de pers moet geloven, dan zou het binnenkort ook wel eens afgelopen kunnen zijn met de relevantie van dit attribuut, want de registratie van allochtonen ligt onder vuur.
Toch is dat jammer, vind ik. Niet dat ik zit te wachten op allerlei goedbedoelde uitnodigingen voor de deelname aan taalcursussen, assimilatie-sessies en anti achterstandsworkshops. De lezingen van bijvoorbeeld etniciteitsgenoten over de geschiedenis van de Italiaanse gastarbeider – een groep waartoe mijn vader trouwens niet behoorde – vond ik dan wel weer leerzaam. Het heeft wel wat om te zien hoe een heel dorp kansarme boerenzonen hier de fabrieken is komen bevolken terwijl hun vrouwen de Ollandesi wat keukenmanieren hebben bijgebracht. Normaal zie ik dat soort gasten alleen maar in het bergdorp van mijn familie. Maar nu ook hier, tijdens een lezing, in het wild en met echt allochtonenstempel! Authentiek dus.
Als ik niet meer als allochtoon geregistreerd sta, dan gaat er nergens een belletje rinkelen als ik alsnog besluit lid te worden van een maffia-achtige club – en daarvoor word opgepakt. Ik weet niet of ik met die vrijheid wel blij moet zijn. Er zijn tenslotte cultuurgebonden “issues” die buiten het zicht kunnen vallen – en die dat echt niet zouden moeten – als de cultuur van afkomst geen geregistreerde specificatie meer is. We hebben een soortgelijk probleem met het in beeld brengen van geweld tegen homo’s. Om dat scherp te krijgen moet je wel weten wie homo is, en dat wordt naar mijn weten niet vastgelegd. Zeker niet door de politie die geweldsincidenten optekent. En als ik dan toch bezig ben: hoe zit dat met die andere criminele zuiderlingen?
Mijn trots is misschien het belangrijkste. Ik ben er fier op niet alleen een Nederlander te zijn en dat ik ook minstens voor de helft geïmpregneerd ben met iets anders. Ik zou zo ergens op een kansel kunnen gaan staan en rondbazuinen: “Ich Bin Ein Allochtoon!” Ik doe het toch maar niet. Toen Ronald Reagan in navolging van John Kennedy verklaarde een gatloze donut te zijn – toen het in de 80er jaren zijn beurt was om iets stoms te zeggen op de Berlijnse muur – werd hij vierkant uitgelachen.… Om meerdere redenen. Dat risee wil ik mezelf besparen.